In horecazaken en grootkeukens komen dagelijks heel wat etensresten en vetten terecht in het afvalwater. Die mogen echter niet zomaar afgevoerd worden via de riolering. De vetten en oliën kunnen immers voor verstoppingen zorgen en de afvalwaterzuiveringsinstallaties nodeloos belasten. Daarom verplicht de overheid om in dergelijke gevallen een vetafscheider of vetput te plaatsen.
Werking van een vetput
De werking van een vetafscheider is heel simpel. Afvalwater stroomt in een vetput die ontworpen is om de stroming af te remmen en gevuld is met koud water. Zo krijgt het afvalwater een koudwaterbad, met als gevolg dat de aanwezige vetten tijd hebben om te stollen.
Vervolgens doet de zwaartekracht haar werk: zware deeltjes zakken als slib naar de bodem en het vet drijft naar de oppervlakte, waar het deels zal stollen. Daartussen blijft vet- en slibvrij afvalwater over. Door een buis van bovenaf naar het midden van de vetput te steken, kan alleen het water de put verlaten, dankzij de wet van de communicerende vaten. Slib en vet blijven achter.